Verslag 23 11 09

Verslag 12: maandag 23/11/2009, Project: Instroom, doorstroom en uitstroom van allochtone studenten in het Hoger onderwijs.

Aanwezig: Jonas, Ansofie, Jasper, Liesbeth, Virginie, Sarah, Jochen, Kimberly en Carie
Verontschuldigd: /
Voorzitter: Ansofie
Verslaggever: Jasper

1.Terugblik vorig verslag.

Iedereen heeft zijn verslag omtrent de literatuur nu al voorgesteld, behalve Jasper, die het woensdag zal voorstellen. Vervolgens hebben we ons de vraag gesteld hoe wij allochtonen zagen en welke vragen we konden stellen aan Ann Vandamme.

2. Presentaties van de gelezen literatuur.

Verslag van Kimberly ging over het boek ‘School van ongelijkheid’.

De titel van het boek vindt zijn oorsprong in het feit dat er in het Vlaams onderwijs veel ongelijkheid is. Dit komt door de vele socio-economische verschillen. De reden waarom het misloopt in het onderwijs is dat men meer selecteert dan het onderwijs zelf (meritocratie). Hier volgen verschillende oorzaken:
-Slecht materiële omstandigheden
-Extreme concurrentie op de scholenmarkt
-Te vroege studieoriëntering
-Zwak integratiebeleid voor allochtonen
De reden van deze selectie is, dat we dit al doen sinds de 19e eeuw, en het is zodanig in geburgerd dat we het doen op automatische piloot. Natuurlijk zijn er ook risicofactoren aan deze selectie:
-Geslacht(jongen/meisje)
-Ongelijke studieduur
Een feit dat we kunnen aanhalen is dat 36 procent van de allochtonen niet deelnemen aan het kleuteronderwijs of hun kinderen er niet heen brengen. Om deze redenen zijn er enkele alternatieven bedacht, die ons tonen hoe het beter kan:
-Comprehensief onderwijs in plaats van vroege studieoriëntatie
-Beperken marktwerking
-Interculturele dimensie
-Accentverschuiving

Verslag van Virginie over het boek ‘Gelijke kansen op school: het kan!’.

Het verslag begon met een kort filmpje over het boek. Het volgende punt was dat het Belgische onderwijs goed was maar inegalitair. Wat betekend dat er al sociale ongelijkheid is vanaf de kleuterklas. Er zijn dus vier soorten ongelijkheid:
-Natuurlijke ongelijkheid
-Ongelijkheid in omstandigheden
-Ongelijkheid die gevolg zijn van persoonlijke keuzes
-Ongelijkheid door behandeling of discriminatie
Maar er zijn ook vier soorten kapitaal:
-Menselijk kapitaal
-Materieel kapitaal
-Sociaal kapitaal
-Cultureel kapitaal
Cultureel kapitaal kunnen we nog eens opsplitsen in drie soorten:
-Belichaamde staat
-Geobjectiveerde en meer vastbare staat
-Geïnstitutionaliseerde staat
Discriminatie ontstaat al bij de streaming dat is de leerlingen opdelen in niveaus. Ook de verwijzingen naar het buitengewoon onderwijs hebben hier een groot aandeel in, want in principe is dit enkel voor gehandicapte jongeren. Ook komen we hier het watervaleffect in het secundair onderwijs terug tegen. Discriminerend gedrag op school is ruimer dan de meeste mensen denken want:
-Ook leerkrachten doen er aan mee
-Mattheüseffect op klasniveau
-Discriminatie ingebakken bij de mesnen

Verslag van Jochen over het boek ‘Tellen en meetellen in het hoger onderwijs’.

Het boek is ontstaan na een tweejarig onderzoek dat financieel werd gesteund door het onderwijsontwikkelingsfonds van de KU Leuven. De instroom van allochtone jongeren in het hoger onderwijs moet gestimuleerd worden door verschillende acties, zodat ze er meer open voor staan. Deze acties zijn speciaal voor allochtonen omdat:
-Meer allochtone gezinnen zijn kansarm
-Lagere scholingsgraad van de ouders
-Taalachterstand
-Algemene stigmatisering die kansen op de arbeidsmarkt verlaagt
Dit waren de buitenschoolse factoren nu volgen de schoolse factoren:
-Houding van leerkrachten tegenover allochtone leerlingen
-Lage of verkeerde inschatting van hun capaciteiten door school of CLB
-Het onderwijssysteem dat te weinig is afgestemd op allochtone leerlingen en
kansarme gezinnen
De doorstroom zijn acties die ervoor zorgen dat deze jongeren hun studieloopbaan in het hoger onderwijs verder zetten en de nodige steun krijgen. De reden waarom er doorstroomacties zijn, is omdat er steeds meer leerlingen zich ervoor inschrijven maar steeds minder goed voorbereid zijn en er dus ook meer mislukkingen ontstaan.

Verslag van Jonas over het boek ‘Wit krijt schrijft beter’

Het boek is ontstaan na een onderzoek van de onderzoeksgroep SONAR. Het zou een zoektocht worden doorheen het boek en die zal proberen een verklaring te geven voor de problemen van allochtonen in het onderwijs. In het begin van het boek gaat het voornamelijk over wie allochtonen zijn en wat hun kenmerken zijn in Vlaanderen. Wie is volgens dit boek nu een allochtoon hier volgen verschillende factoren waar naar gekeken wordt:
-Niet enkel een Belgisch paspoort
-Nationaliteit
-Geboorteland
-Nationaliteit grootmoeder
-Geboorteland van de grootmoeder
-Welke taal spreken ze thuis
Er zijn drie clusters van verklaringen. De eerste cluster focust zich op de mogelijk nadelige gevolgen van aanpassingsproblemen die migranten ervaren wanneer ze hier aankomen. De tweede cluster van verklaringen beschouwt de problematische schoolloopbanen van allochtone jongeren als het gevolg van een nadelig ouderlijk milieu. En de derde cluster van verklaringen benadrukt vooral het belang van de mentale en praktische steun van de ouders, broers en zussen en leeftijdsgenoten.

3. Besprekingen van de presentaties

Opnieuw werd er gezocht naar het gepaste begrip voor allochtoon die we konden gebruiken voor ons project. Verder werden nieuwe punten bij het vorige schema van knelpunten gevoegd. Hieronder volgen de knelpunten met hun nieuwe aanvulling.
Knelpunten bij:

  • School
  • Ouders
  • CLB
  • Leerlingen
  • Werkgevers
  • Te abstracte taalgebruik
  • Niet goed geïnformeerd
  • Vooroordelen
  • Laag zelfbeeld
  • Vooroordelen
  • Niet neutrale houding van het onderwijs: het onderwijs is te doordrongen door Europese cultuur en houdt daarom weinig rekening met andere culturen.
  • SES (= sociaal- economisch statuut) Dit wordt gemeten op basis van opleiding van de ouders, … .
  • Maatschappelijke dimensie?
  • Andere cultuur, normen en waarden
  • Te hoge verwachtingen
  • Tekort aan leerlingenbegeleiding
  • Andere cultuur, waarden en normen
  • Belemmering samenwerking met school
  • Te zware of te lage richting kiezen (verkeerde richting)
  • Racisme
  • Te weinig diversiteit bij leerkrachten
  • taalachterstand
  • Profilering
  • Taalachterstand
  • Vooroordelen, minder verwachtingen van allochtonen
  • Bieden gebrekkige steun
  • Geen zelfreflectie
  • Jongens verschillend met meisjes
  • Jongens + meisjes
  • Financiële problemen
  • Gebrek aan steun van o.a. ouders
  • Geen goede basis
  • Trots hebben -> geen hulp nodig willen hebben
  • Demotivatie, afhaken
  • Integratie
  • Kloof met studenten
  • Niet realistisch over het Hoger Onderwijs
  • Racisme
  • Te weinig inmenging in Westerse culturen
  • Verschillende leerattitudes
  • BSO-> nood aan beter voorbereiding op Hoger Onderwijs
  • Angst voor vervreemding/ verloochening van eigen cultuur
  • Geen rolmodel
  • Watervaleffect
  • Financieel
  • Faalangst
  • Kenniseconomie (diploma + levenslang leren vereist)
  • Kiezen vlugger universiteit -> aanzien ligt hoger
  • Nood aan democratisering van het onderwijs
  • Leeftijd
  • Te weinig nadruk op theorie
  • Geen goede leeromgeving
  • Ongelijkheid
  • Integratie
  • ‘Zwarte’ school
  • Gevoelig aan teveel aandacht
  • Discriminatie van leerlingen
  • Nood aan persoonlijke contacten
  • Stigmatisering
  • Andere vrije- tijdsbesteding
  • Beschikken niet altijd over een rustige leeromgeving (studeerkamer, …)

4. Verder verloop van de vergadering

Tijdens de presentaties werd het bestaan van de groep KATROL aangegeven. Dit is een project dat taalbijscholing geeft aan allochtone jongeren en jongeren met taalproblemen. Deze bijscholing wordt gegeven door de leerlingen van het hoger onderwijs zelf op vrijwillige basis.
Vervolgens gingen we op zoek naar een gepaste definitie voor allochtonen die handig zou zijn voor ons project. Verschillende voorstellen kwamen in ons op:
-Op basis van de taal (door enquêtes bereiken)
-Alleen niet westerse culturen?
Natuurlijk zou het voordeliger zijn moesten we dit alles bespreken met Ann Vandamme, om de juiste definitie vast te stellen.
Als laatste hebben we gediscuteerd over welke vragen we Ann Vandamme konden stellen. De grote vraag luide hoe ziet Kortrijk allochtonen. Dus wat is haar definitie van allochtonen. Welke sleutelfiguren we kunnen contacteren en welke organisaties we het best zouden benaderen. De vraag luidt nu of we beter met de organisatoren zouden praten dan met de leden (bv. OCMW) of misschien ook leerkrachten aanspreken. we kunnen ook de vraagstellen van hoe het zit met het taalproject in Kortrijk en of er verenigingen van allochtone studenten zijn in Kortrijk.

5. Agendapunten volgende vergadering

-Verslag van het boek van Jasper
-Doorzoeken van de map van Katrien Sonneville naar handige informatie en werken omtrent een ander document.
-Vergadering met Ann Vandamme

Unless otherwise stated, the content of this page is licensed under Creative Commons Attribution-ShareAlike 3.0 License